Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding bij locaties Raad voor de Kinderbescherming
De wet ‘Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’, in de volksmond ook wel het boerka- of nikabverbod genoemd, gaat op 1 augustus in. Vanaf dat moment is het voor iedereen verboden gezichtsbedekkende kleding te dragen in en rondom gebouwen van de overheid, het onderwijs en de zorg en in de tram, bus, metro en trein.
Verbod geldt ook voor bezoekers
Het verbod geldt ook voor de locaties van de Raad voor de Kinderbescherming, omdat het daar voor de sociale veiligheid en dienstverlening belangrijk is dat iedereen elkaar kan herkennen en aankijken. Het is daarom niet toegestaan om kleding te dragen die het gezicht onherkenbaar maakt, zoals een boerka, integraalhelm of bivakmuts.
Handhaving
Iemand die toch op één van de locaties waar het verbod geldt zijn of haar gezicht bedekt, kan op het verbod gewezen worden door een medewerker van de locatie. Die zal aan de betrokkene vragen om de gezichtsbedekkende kleding af te doen of anders de locatie te verlaten. Als de betrokkene dit niet doet kan de politie worden ingeschakeld.