Internationale dag van de rechten van het kind

Het is vandaag de Internationale dag van de rechten van het Kind (Universal Children’s Day). Op deze dag wordt gevierd dat kinderen eigen rechten hebben. Op 20 november 1989 zijn deze rechten officieel vastgelegd in het kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties. 

Beeld: ©RvdK

Bijna alle landen in de wereld (196 van de 197 landen), hebben dit kinderrechtenverdrag ondertekend. Nederland heeft dit ook gedaan. Dit betekent dat al deze landen, en dus ook Nederland, de rechten die in dit verdrag staan, moeten waarborgen.

Kinderrechten

Het Kinderrechtenverdrag bestaat uit 54 artikelen die verschillende rechten aan kinderen geven. Deze artikelen raken ongeveer alles waar kinderen mee te maken kunnen krijgen. Zo hebben  kinderen het recht om zich te kunnen ontwikkelen en om in goede gezondheid op te groeien bij hun gezin. Ook hebben kinderen het recht om naar school te gaan en het recht om te spelen. Verder hebben kinderen recht op een eigen identiteit, geloof, cultuur en meningsuiting en moet een kind beschermd worden tegen mishandeling, geweld en uitbuiting.

Raad voor de Kinderbescherming en het kinderrechtenverdrag

De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) is één van de (overheid)organisaties die ervoor zorgt dat deze kinderrechten worden beschermd. De RvdK is onafhankelijk en zet zich in voor kinderen die in hun ontwikkeling worden bedreigd en te maken krijgen met Justitie. De RvdK heeft taken op het gebied van bescherming, gezag, omgang, straf, afstand, screening van pleeg- en aspirant-adoptiegezinnen, adoptie en afstammingsvragen. In het kinderrechtenverdrag staan rechten die bij de uitoefening van deze taken belangrijk zijn:

  • Artikel 12: een eigen mening geven
    Kinderen hebben het recht om hun eigen mening te geven. Als er beslissingen worden genomen die over het kind gaan, dan moet naar zijn mening worden gevraagd en dan moet ook goed naar deze mening worden geluisterd. De RvdK ziet en spreekt kinderen, het maakt niet uit hoe oud zij zijn.  Op deze manier krijgt hij ruimte om vragen te stellen en zijn mening te geven.

  • Artikelen 18, 3 en 19: rol van ouders bij ontwikkeling kind 
    Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de zorg, begeleiding en opvoeding van hun kinderen. De overheid moet deze rechten en verantwoordelijkheden van ouders respecteren en daarbij passende hulp bieden.  Soms lukt het ouders niet om deze taak goed op zich te nemen. Als er grote zorgen blijven over het veilig opgroeien van een kind, dan kunnen gemeenten, de rechtbank of het Openbaar Ministerie dit doorgeven aan de RvdK. De RvdK onderzoekt zorgvuldig of het noodzakelijk is om het kind te beschermen, bijvoorbeeld met een kinderbeschermingsmaatregel. Als het kind beschermd moet worden, legt de RvdK dit verzoek neer bij de rechter. Ook kan de RvdK de rechter hierin adviseren.

  • Artikel 40: jeugdstrafrecht 
    Ieder kind dat verdacht, vervolgd of veroordeeld wordt voor een strafbaar feit moet volgens het jeugdstrafrecht een pedagogische benadering krijgen. De RvdK doet onderzoek naar de situatie van kinderen die met de politie in aanraking zijn gekomen. De RvdK kijkt ook of er andere problemen spelen bij het kind waarvoor misschien hulpverlening nodig is en wat meegenomen kan worden in de straf. Daarna adviseert de RvdK de rechter of de officier van justitie over welke straf opvoedkundig het beste is voor het kind.