Taakstraf helpt voorkomen dat minderjarige delinquenten opnieuw in de fout gaan
Uit onderzoek naar de effectiviteit van taakstraffen door de Erasmus School of Law blijk dat jongeren na een taakstraf minder snel terugvallen in crimineel gedrag dan wanneer een gevangenistraf wordt opgelegd. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) adviseert zo’n 10.000 keer per jaar de kinderrechter over de straf voor minderjarige verdachten. In meer dan de helft van de gevallen is dat advies een taakstraf.
De taakstraf is in Nederland in 1989 geïntroduceerd als alternatief voor een gevangenisstraf. Desondanks is er sinds de jaren ‘90 weinig grootschalig, betrouwbaar onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze straf. Is een taakstraf meer of minder effectief dan een gevangenisstraf om te voorkomen dat jongeren na hun straf opnieuw de fout in gaan? Onderzoekers van Erasmus School of Law en Leiden Law School bogen zich over deze vraag. Hiervoor analyseerden de onderzoekers de data van 4400 jongeren die in 2015 en 2016 een taakstraf of gevangenisstraf kregen opgelegd door de kinderrechter. Voor het onderzoek namen zij alleen zaken mee waarvoor in principe zowel een gevangenisstraf als een taakstraf gegeven zou kunnen worden.
Grote steekproef
Voor het onderzoek werd een veelheid aan gegevens gebruikt. Justitie stelde de gegevens beschikbaar over de betreffende zaken en het crimineel verleden van de verdachte. De RvdK verstrekte de geanonimiseerde gegevens over de risicofactoren voor het wel of niet terugvallen in criminaliteit, zoals de familiesituatie, middelengebruik of het mentaal welzijn van de jongeren. Op basis hiervan konden de onderzoekers twee zeer vergelijkbare groepen maken van jongeren die een taakstraf dan wel een detentiestraf opgelegd kregen. Daarna werd bekeken hoe vaak deze jongeren in beide groepen binnen twee jaar terugvielen in algemene, ernstige en zeer ernstige vormen van criminaliteit. Belangrijkste conclusie: jongeren die een taakstraf kregen vielen minder vaak terug in crimineel gedrag dan vergelijkbare jongeren met een korte detentiestraf.
Jongeren die een taakstraf krijgen vallen minder vaak terug in crimineel gedrag
Hoger risico jongeren
Hoofdonderzoekster Gwendolyn Koops-Geuze, verbonden aan de Erasmus School of Law, vindt het vooral opvallend dat ook jongeren met een relatief hoog risico op het terugvallen in crimineel gedrag na een taakstraf minder snel weer in de fout gaan dan bij de detentiestraf. “Dat betekent dat ook voor deze zogenaamde hoger risico jongeren een taakstraf ook een beter alternatief kan zijn om terugval in (ernstige) criminaliteit te voorkomen, en wellicht vaker kan worden toegepast.” Mirjam Zeevaart, directeur bij de RvdK en portefeuillehouder jeugdstrafzaken, heeft met interesse kennisgenomen van de onderzoeksresultaten. "We hadden al het vermoeden dat taakstraffen beter werken in het voorkomen van recidive bij minderjarige verdachten. Het is goed dat nu bevestigd te zien. We zullen het onderzoek uiteraard verder goed bestuderen, vooral het advies van de onderzoekers om goed te bekijken of taakstraffen meer kunnen betekenen om te voorkomen dat jongeren met een hoog risico profiel afglijden in steeds zwaardere vormen van criminaliteit.”
Meer informatie
Het onderzoek is uitgevoerd als onderdeel van het promotieonderzoek van Gwendolyn Koops-Geuze, promovenda aan Erasmus School of Law, in samenwerking met Frank Weerman, hoogleraar Jeugdcriminologie aan Erasmus School of Law, en Hilde Wermink, universitair hoofddocent Criminologie aan Leiden Law School.