Reflectiecommissie jeugdrechters roept op tot verbetering rechtsbescherming ouders en kinderen

Ouders voelen zich onvoldoende gehoord in familie- en jeugdrechtszaken. Dat staat in 'Recht doen aan kinderen en ouders', het rapport van de reflectiecommissie die de werkwijze van familie- en jeugdrechters heeft onderzocht. In het rapport staan een aantal aanbevelingen om de rechtsbescherming van ouders en kinderen te verbeteren. Ook de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) kan hier een bijdrage aan leveren. 

Voor het rapport 'Recht doen aan kinderen en ouders' hield de reflectiecommissie ruim 150 interviews met mensen uit de jeugdbescherming, zoals familie- en jeugdrechters, juridisch medewerkers, deskundigen, jongeren en (pleeg)ouders. Ook met een groep medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming werd gesproken. Centraal stond de vraag of en hoe de rechters rechtsbescherming bieden aan kinderen en ouders en op welke wijze deze verbeterd kan worden.

Feitenonderzoek

De reflectiecommissie benadrukt dat goed feitenonderzoek een hoeksteen is van een adequate rechtsbescherming voor ouders en kinderen. De jeugdrechters vertrouwen waar het gaat om de informatie over de (gezins)situatie op de deskundigheid van de RvdK en hechten veel gewicht aan onze adviezen. De zitting wordt doorgaans gebruikt voor het stellen van aanvullende vragen wanneer er onduidelijkheden zijn. De (pleeg)ouders en de advocaten ervaren het feitenonderzoek echter vaak als onvoldoende. En wanneer zij zich niet in het feitenonderzoek herkennen, is de uitspraak van de jeugdrechters voor hen vaak moeilijk te begrijpen en te accepteren. 
 
Tegelijkertijd concludeert de commissie dat goed feitenonderzoek moeilijk is, omdat objectief controleerbare informatie over de situatie van ouders en kinderen vaak ontbreekt  in jeugd- en familierechtszaken. Goed feitenonderzoek is daarom in de praktijk vaak een weergave van alle perspectieven op de (gezins)situatie, waar mogelijk gestaafd met feiten, waarin alle betrokken zich herkennen en zich gehoord en serieus genomen door voelen.   

Wij herkennen dit beeld en om die reden werken wij al geruime tijd aan het verbeteren van de kwaliteit van ons feitenonderzoek. Daarbij ligt de nadruk op de bejegening, navolgbaarheid en de mogelijkheden voor ouders en kinderen om te kunnen participeren in ons onderzoek. Wij zien in het rapport een bevestiging om hiermee door te gaan en zijn uiteraard bereid om met de jeugdrechters samen te bezien of en hoe we deze uitdaging meer in gezamenlijkheid kunnen oppakken.

Stem van het Kind

Voor de rechtsbescherming van kinderen benadrukt het rapport daarnaast het belang van het horen van de kinderen zelf. De jeugdrechters voeren nu een kindgesprek met kinderen vanaf twaalf jaar. Veel van de geïnterviewden zouden graag zien dat ook kinderen tussen de acht en twaalf jaar vaker door de jeugdrechter gehoord worden. Dat sluit aan bij onze visie dat een gesprek met kinderen, wanneer dat op de juiste wijze in een veilige setting wordt gevoerd, een belangrijke bijdrage kan leveren aan de rechtsbescherming van minderjarigen. 

Om deze reden spreken wij in onze onderzoeken in principe alle kinderen. Heel jonge kinderen waarmee een gesprek nog niet echt mogelijk is of kinderen met wie je bijvoorbeeld vanwege een (ernstige) beperking niet echt in gesprek kunt, zien we in ieder geval. Kinderen die met ons te maken hebben geven aan deze gesprekken op prijs te stellen, maar vinden het soms lastig om hun verhaal te doen omdat zij niet altijd goed begrijpen wat de rol van de RvdK is. Daarom kijken we nu hoe we in ons onderzoek meer de tijd kunnen nemen om kinderen uit te leggen wat de RvdK doet en waarvoor het gesprek dient, en om een op het kind gerichte, veilige setting te creëren waarin het kind echt zijn verhaal kan doen. 

Rechtsbijstand

Onlangs is een pilot gestart waardoor ouders recht hebben op kosteloze rechtsbijstand van een gespecialiseerde advocaat. Een belangrijke aanbeveling uit het rapport is om deze rechtsbijstand uit te breiden naar ouders die te maken krijgen met een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing. Dat lijkt ons een goede stap, zeker omdat ook uit dit rapport blijkt dat voor ouders de procedures en gang van zaken bij het treffen van deze kinderbeschermingsmaatregelen vaak onduidelijk zijn. Het betekent ook dat een dergelijke maatregel alleen zinvol is wanneer er ook voldoende gespecialiseerde advocaten beschikbaar zijn met kennis van de juridische procedures en gang van zaken in de jeugdbescherming.