Grootschalig onderzoek naar effecten van vrijheidsbeperkende sancties
In 2024 start onder leiding van het NSCR en WODC een onafhankelijk, fundamenteel en longitudinaal onderzoeksprogramma naar de besluitvorming, uitvoering en gevolgen van de verschillende soorten vrijheidsbeperkende sancties. Het onderzoeksprogramma is mede opgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, de 3 reclasseringsorganisaties (3RO), de Raad voor de Kinderbescherming en Halt. Met een looptijd van 5 en mogelijk 10 jaar kunnen de betrokken organisaties de nu ontbrekende kennis rondom vrijheidsbeperkende sancties vergaren. De overeenkomst is vrijdag 13 oktober 2023 ondertekend door alle betrokken partijen.
Het aantal opgelegde vrijheidsbeperkende sancties – zoals de taakstraf, elektronisch toezicht, voorwaardelijke gevangenisstraf en de Halt-afdoening – overtreft al jaren het aantal vrijheidsbenemende straffen. Toch zijn belangrijke vragen over besluitvorming, uitvoering en (on)bedoelde gevolgen van deze sancties nog niet beantwoord.
Veroordeelden volgen over langere tijd
Over de factoren die van invloed zijn op het opleggen van vrijheidsbeperkende straffen, en het effect ervan op bijvoorbeeld sociale integratie, het welzijn en de sociaaleconomische positie van veroordeelden is nog weinig bekend. Door voor het eerst in Nederland een grote groep minderjarigen en volwassenen met een vrijheidsbeperkende sanctie over een langere periode te volgen en herhaaldelijk te bevragen, kunnen de onderzoekers langetermijnverbanden bestuderen. Hierin worden ook onderwerpen als recidive en strafdoelen zoals vergelding en genoegdoening ten aanzien van slachtoffers meegenomen.
Ondersteuning voor professionals en belang voor de samenleving
Het onderzoek levert nieuwe kennis op over hoe vrijheidsbeperkende sancties in de praktijk worden ingevuld, hoe ze worden ervaren en hoe dit samenhangt met belangrijke uitkomsten. De verworven inzichten ondersteunen de professionals die betrokken zijn bij het opleggen en uitvoeren van deze sancties. Maar ook in bredere zin is de kennis die het programma oplevert relevant: voor het strafrechtsysteem, de aanscherping van beleid en voor de samenleving als geheel.
Relevante inzichten
Mirjam Zeevaart, directeur Raad voor de Kinderbescherming: 'We werken als Raad voor de Kinderbescherming mee omdat het voor de uitvoering van onze rol in het jeugdstrafrecht een zeer relevant onderzoek is. Doordat er een grote groep jeugdigen langdurig gevolgd wordt, verwacht ik dat we relevante inzichten krijgen over verbeteringen die we kunnen aanbrengen in onze uitvoeringspraktijk. Hierdoor wordt – in het belang van jeugdigen – het pedagogisch effect van vrijheidsbeperkende straffen verder vergroot.’