Pilot interventiegesprek op de rechtbank afgerond
Om de druk op de jeugdbeschermingsketen te verlichten, en het aantal kinderbeschermingsmaatregelen te verminderen is een aantal partijen in het kader van de motie Ceder in het ‘veld’ aan het onderzoeken wat er beter kan. Een voorbeeld hiervan is ‘het interventiegesprek op de rechtbank.’ Hierbij werd onderzocht of een raadsonderzoek voorkomen kon worden in gezag- en omgangszaken. De pilot is inmiddels afgerond en de ervaringen zijn positief.
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) intensiveerde, in afstemming met de rechtspraak, zijn adviestaak in een pilot op 3 arrondissementen bij gezag- en omgangszaken. Zittingsvertegenwoordigers van de RvdK gingen na of tijdens een rechtszitting in gesprek met ouders om te proberen hun geschil alsnog op te lossen. In totaal werd er 29 keer een interventie (bemiddeling) ingezet. In 22 zaken (80%) werd hierna geen onderzoek door de RvdK opgestart. In 16 zaken werd een geschil opgelost na het gesprek met de RvdK. In 6 zaken werd vrijwillige hulp geaccepteerd. In 5 zaken kwam uiteindelijk geen interventiegesprek tot stand.
Werkwijze
Het ging om zaken zoals bijvoorbeeld: wijziging van omgangsregeling, toestemming om op vakantie te gaan met een van de ouders of wijziging van hoofdverblijf. Tijdens de rechtszitting werd ouders de mogelijkheid geboden om een bemiddelingsgesprek met de RvdK te voeren om tot overeenstemming te komen en op die manier een uitspraak van de rechter (en eventueel raadsonderzoek) te voorkomen. Beide ouders moesten hiermee akkoord gaan, anders werd er geen gesprek gevoerd.
Positief
De ervaringen van de deelnemende rechtbanken, advocatuur, ouders en RvdK zijn overwegend positief. De aantallen (29 zaken) zijn te klein om te concluderen dat deze bemiddelingsgesprekken daadwerkelijk leiden tot minder kinderbeschermingsmaatregelen. Wat we wel zien is dat door te bemiddelen en een brug te slaan tussen zorg en recht, veel ouders in staat zijn om alsnog zelf tot overeenstemming te komen en niet de rechter te laten beslissen.
Ervaringen
In onze werkwijze willen wij tot de kern van de problematiek komen, om ouders te kunnen motiveren tot eigen oplossingen te komen. Daarbij is het van belang het klein te houden waar mogelijk en breder te onderzoeken wanneer nodig. Zittingsvertegenwoordigers Elise en Annelies deden mee aan de pilot.
Elise: 'Ik hield het tijdens een bemiddelingsgesprek echt alleen bij het geschil waar het om ging en bakende het af. Als het bijvoorbeeld ging om een zaak waarbij vader wilde dat het kind op zondag om 12 uur weer bij hem was, i.p.v. 18 uur ging ik met ouders in gesprek over alleen dit punt en wat dan het beste was voor het kind en ouders zodat iedereen rust ervaart. Ouders kennen de situatie het beste en weten ook wat het beste passend is voor iedereen. De rechtbank legde de gemaakte afspraken vast in een beschikking zodat er duidelijkheid voor iedereen ontstond. Sommige ouders hadden nog geen mediation of andere hulpverlening gehad. Ouders die behoefte hadden aan inzet van verdere hulpverlening hebben we doorverwezen.'
Annelies: 'Een rechtszaak zorgt er vaak voor dat je lijnrecht tegenover elkaar komt te staan, dat effect heeft het recht ook op mensen. Het allermooiste is als ouders de regie pakken, hetzelfde belang van hun kind zien en zelf de beweging maken waardoor het niet tot een uitspraak van de rechter komt. Dat heeft deze pilot laten zien. Bemiddeling is mooi, maar we zien ook vaak zaken waarin er sprake is van een scheve machtsverhouding, waardoor bijvoorbeeld mediation niets uithaalt. Hierdoor eindigt een zaak vaker voor de rechter, dat is iets wat ons als Raad ook zeker bezighoudt.'
Hoe verder?
Deze pilot hebben we in samenwerking met het ministerie van JenV gedaan. We willen met het ministerie nagaan in hoeverre we deze interventie breed uit zouden kunnen rollen en wat daar verder voor nodig zou zijn. Ook willen we bijvoorbeeld onderzoeken of, en in hoeverre kinderen betrokken kunnen worden bij een interventiegesprek. Of hoe het netwerk ingezet kan worden tijdens of na de bemiddeling.