Het volgen van onderwijs is één van de belangrijkste rechten voor kinderen om zich te ontwikkelen. Zodra een jongere langdurig verzuimt, kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal (PV) opmaken. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) doet dan onderzoek naar de oorzaken van het verzuim en adviseert vervolgens het Openbaar Ministerie (OM) en/of de kinderrechter over de aanpak die het beste is voor de jongere.
De instroom van proces-verbalen(PV) is de afgelopen 5 jaar met 40% gedaald. Nog maar 2 op de 1000 kinderen krijgt een proces verbaal wegens ongeoorloofd schoolverzuim. Achter schoolverzuim gaat vaak ingewikkelde gezinsproblematiek schuil. De laatste jaren is door intensievere samenwerking tussen de leerplichtambtenaar, het OM en de RvdK meer ingezet op vrijwillige hulpverlening. Het verzoeken om een kinderbeschermingsmaatregel of een passende straf wordt pas gedaan als het echt niet anders kan. Om kinderen weer naar school te krijgen of passend onderwijs te bieden wordt met succes gebruik gemaakt van de Methode Aanpak Schoolverzuim (MAS). Lees hier meer over in het artikel ‘Dordtse aanpak bij langdurig schoolverzuim: vooraf ingrijpen, niet achteraf’. Ook geeft Carry Roozemond, directeur van Ingrado, de vereniging voorleerplicht en voortijdig schoolverlaten haar visie ‘Door je in het kind te verdiepen en samen te werken, voorkomen we erger.’
Bij jongeren die regelmatig verzuimen werkt straffen vaak averechts, weten professionals in Zuid-Holland Zuid (Dordrecht en omliggende gemeenten). Ze hebben jarenlange ervaring met een werkwijze uit de Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS). Die richt zich op zorg voordat het eventueel tot een proces-verbaal (PV) komt. ‘Verzuim is meestal een signaal, de oorzaak ligt vaak elders.’
Een jongen van 14 die zijn kamer niet uitkomt, ’s nachts leeft en overdag school overslaat. Veel professionals in de jeugdzorg kennen wel iemand die dit gedrag vertoont. Een puber die in vier weken zestien uur of meer wegblijft van school krijgt onherroepelijk te maken met de leerplichtambtenaar. Soms leidt dit tot een PV voor de jongere. Dat komt terecht bij het Openbaar Ministerie (OM) en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), die de casus onderzoekt en de rechter adviseert over een eventuele straf of hulp of beide. Maar deze route via het PV is lang niet altijd effectief, vinden deskundigen. Dit lost meestal niet de werkelijke problemen achter het schoolverzuim op en brengt de jongeren niet sneller terug in de schoolbanken. Om meer aandacht te krijgen voor deze zorgkant van de leerplicht ontwikkelden Ingrado, de RvdK, Halt en het OM twee jaar geleden de MAS, een integrale aanpak van schoolverzuim die de mogelijk achterliggende problematiek van elk kind centraal stelt.
Repareren
In Zuid-Holland Zuid (ZHZ) werken de ketenpartners van tien gemeenten al negen jaar volgens de visie van de MAS. Hierbij staat niet de strafrechtelijke kant centraal, maar wordt er ingezet op preventie en vrijwillige (jeugd)hulp. ‘Een goed voortraject kan veel leed en tijd besparen’, vertelt Fiona Dijkstra, casusregisseur bij de RvdK. ‘De klassieke weg via het PV voelt als repareren achteraf. Maar schoolverzuim is vaak een signaal, de oorzaak ligt meestal elders; in de thuissituatie of bij het kind zelf, wanneer sprake is van psychische of ontwikkelingsproblemen. De situatie van de jongere kunnen we beter vóóraf onderzoeken.’
In ZHZ schuiven Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (LVS), de gemeentelijke jeugdhulp (Jeugdbescherming West en Stichting Jeugdteams), de RvdK en het OM elke vier weken aan bij het Casusoverleg Leerplicht. Jan-Willem Koene is coördinator bij LVS ZHZ en zit dit overleg voor. ‘We bespreken verzuimcasussen, met als insteek: hoe krijgen we de jongere weer terug naar een passende vorm van onderwijs? Wat is de beste route voor dit kind? In veel gevallen heeft een PV geen zin, omdat de onderliggende problematiek niet wordt aangepakt. Probeer het eerst anders op te lossen, bijvoorbeeld door intensiever samen te werken met de jeugdhulpverlening. Of door alle betrokken partijen om de tafel te roepen, soms met de jongere en diens ouders erbij.’
Over leerplicht en verzuim
In Nederland heeft ieder kind recht op onderwijs. Alle kinderen zijn vanaf hun vijfde jaar leerplichtig. Zij moeten naar school tot en met het schooljaar waarin ze zestien jaar zijn geworden. Daarna start de kwalificatieplicht. Deze duurt tot het bereiken van de leeftijd van 18 jaar of als daarvoor een startkwalificatie is behaald. Dit is een diploma op MBO2-, HAVO- of VWO-niveau. Een startkwalificatie is volgens de overheid het minimale onderwijsniveau dat nodig is om kans te maken op duurzaam werk.
De aanpak in ZHZ loont. Landelijk krijgen per jaar twee op de duizend kinderen die langdurig verzuimen, een PV. In ZHZ is dit een op de duizend. ‘De ketensamenwerking en de helikopterview verklaren deels het succes’, zegt Koene. ‘In ons overleg staat de jongere centraal, stellen we elkaar kritische vragen en zijn we vasthoudend. Als geld een struikelblok is voor een oplossing - bijvoorbeeld als onduidelijk is of de school of een zorginstelling betaalt - bijten we ons daarin vast. Gekissebis over budgetten mag een oplossing niet in de weg staan.’
De leerplichtconsulent heeft in ZHZ behalve een handhavende rol ook een belangrijke adviesfunctie richting de samenwerkende partijen. ‘Scholen kunnen bij hem of haar terecht voor informatie, adviezen en overleg’, licht Koene toe. ‘De leerplichtconsulent tijdig inschakelen voorkomt mogelijk de stap naar strafrechtelijke vervolging. We roepen scholen en ketenpartners op de leerplichtconsulent in te zetten als sparringpartner.’
Drempelvrees
‘Zie de leerplichtconsulent als iemand met wie je vrijblijvend kunt sparren en niet als iemand die er alleen is voor het opmaken van het PV’, zegt Fiona Dijkstra van de RvdK. ‘Benut de ervaring van de leerplichtconsulent.’ Volgens Dijkstra blijft er zeker wat te wensen voor de toekomst. ‘We willen dat scholen en leerplichtconsulenten intensiever samenwerken. Scholen lijken een beetje drempelvrees te hebben en melden verzuim soms laat. Hiermee gaat kostbare tijd verloren.’
Cijfers
In de periode 2017-2018 waren er 76.533 leerplichtige kinderen van 5 tot en met 17 jaar in de regio Zuid-Holland Zuid. Onder hen waren 2.086 leerlingen die ongeoorloofd afwezig zijn geweest en door school zijn gemeld bij de instantie Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (LVS). Een kleine 100 zaken daarvan zijn besproken in het casusoverleg. In ruim 60 gevallen is proces-verbaal gemaakt tegen de jongere (vanaf 12 jaar) en/of de ouders. Het merendeel van de verzuimers wordt dus buiten het strafrecht gehouden. Op jaarbasis gaan ongeveer vijf leerplichtzaken naar de zogeheten ‘beschermingstafel’. In dit overleg bespreken organisaties, waaronder de RvdK, of er een civiel onderzoek moet plaatsvinden om via de kinderrechter gedwongen hulp in te zetten.
Als een kind stelselmatig te laat komt op school, kan dit volgens Carry Roozemond duiden op dieperliggende problemen. Roozemond is directeur van Ingrado, de vereniging voor leerplicht en voortijdig schoolverlaten (RMC) en vindt dat er soms te snel proces-verbaal wordt opgemaakt bij schoolverzuim. ‘Door je in het kind te verdiepen en samen te werken, voorkomen we erger.’
Wat is de kracht van MAS?
‘In MAS ligt de nadruk op de rol van de leerplichtambtenaar als sparringpartner. Daarom heeft Ingrado onder meer programma’s om het vakmanschap van leerplichtambtenaren te ontwikkelen. Hoe je de functie noemt - consulent of ambtenaar -, maakt me niet zoveel uit. Het gaat erom dat je in het vak investeert. Daarmee laat je zien dat je mensen serieus neemt en waardeert.’
MAS wordt nog niet overal in Nederland toegepast. Hoe komt dat?
‘De invoering van deze werkwijze vraagt een investering van alle partners in de keten. Dat kost tijd, daar is draagvlak voor nodig. Dit doen we samen met de partners die landelijk aan de ontwikkeling van de MAS werken. In ons programma voor vakmanschap proberen we hierop te wijzen. Ook geven we de Dordtse aanpak een podium tijdens conferenties, zoals de Thuiszitters-top of in artikelen. Maar MAS valt of staat met de mensen. Het allerbelangrijkste is de wil om samen te werken. Dus blijven we als Ingrado in onze magazines en presentaties aan gemeentelijke Raadscommissies het belang van samenwerking onderstrepen en laten we zien hoe we elkaar versterken.’
Welke uitdagingen zijn er?
‘Er ligt een belangrijke taak voor de gemeenten: zij staan dichter bij hun inwoners en kunnen sneller zien wanneer het misgaat en inzichtelijk maken wat tijdig ingrijpen oplevert. Daar moeten we beter gebruik van maken. Een andere uitdaging is het effect van interventies: laat als leerplichtambtenaar zien wat interventies opleveren voor de jongeren en de maatschappij. Maak duidelijk wat er aan de hand is, wat je doet of wil doen en wat dit oplevert. Ook willen we het beeld bijstellen dat soms bestaat over de RvdK. Als je contact zoekt met de RvdK, betekent dit niet dat het kind meteen wordt weggehaald bij de ouders. Die angst moeten we wegnemen.’
Over Ingrado
Ingrado is de landelijke vereniging voor leerplichtambtenaren en RMC-coördinatoren. RMC staat voor Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. De naam ‘Ingrado' betekent ‘in staat’. Alle gemeenten en RMC-regio’s zijn aangesloten bij Ingrado. Ingrado neemt het initiatief bij tal van ontwikkelingen. ‘We informeren bij gemeenten wat er lokaal speelt en geven dat een landelijk podium’, aldus directeur-bestuurder Carry Roozemond. Een van de doelstellingen van Ingrado is professionalisering van de leden door scholing en nascholing.