Ouders zijn samen verantwoordelijk voor de zorg voor hun kind, ook nadat ze uit elkaar gaan. Als het ouders niet lukt om daar afspraken over te maken, kunnen ze de rechter om vragen om een beslissing te nemen. Bij zaken rondom gezag en omgang kan de rechter de Raad voor de Kinderbescherming vragen om te adviseren over het belang van het kind.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft een adviestaak bij zaken rondom gezag en omgang. Die zaken gaan bijvoorbeeld over:
- Het gezag over het kind.
- De verdeling van zorg- en opvoedtaken tussen de ouders.
- De hoofdverblijfplaats van het kind.
- Een omgangsregeling voor het kind en de ouder die geen gezag heeft en bij wie het kind niet woont.
- De informatie- en consultatieplicht van de verzorgende ouder naar de andere ouder.
- De erkenning van een kind door de biologische vader, wanneer de moeder dit niet wil.
Oneens over afspraken rondom gezag en omgang kind
Afspraken, rechten en plichten rondom het ouderschap kunnen bij scheidingen onder druk komen te staan. Ouders zijn het bijvoorbeeld niet eens over de verdeling van zorgtaken, hoofdverblijfplaats van het kind of de omgangsregeling. Dat zijn allemaal kwesties die onder ‘gezag en omgang’ vallen.
Complexe scheidingen
Wanneer de rechter ons om advies vraagt bij zaken rondom gezag en omgang, is er meestal sprake van een complex scheidingsproces. Ook na hulpverlening of bemiddeling lukt het ouders dan niet om samen afspraken te maken over de zorg voor hun kind. Soms zijn er hoogoplopende ruzies en handelen ouders niet meer in belang van hun kind. Het kan zijn dat 1 of beide ouders te maken hebben met trauma, verslaving, geweld of persoonlijkheidsproblemen. Bij ernstige conflicten of langdurige juridische strijd kan een kind schade oplopen.
Ouderlijk gezag
In Nederland heeft elk kind tot 18 jaar iemand die het gezag over het kind uitoefent. Meestal hebben de ouders het gezag. Ouders met wettelijk gezag:
- Zijn verantwoordelijk voor de opvoeding en zorg
- Dragen de kosten voor het kind
- Beheren het geld en de spullen van het kind
- Zijn wettelijk vertegenwoordiger van het kind
- Zijn verantwoordelijk voor studiekosten en levensonderhoud tot 21
Ouders met gezamenlijk gezag
Als ouders uit elkaar gaan, houden ze meestal gezamenlijk gezag. Belangrijke beslissingen over de zorg en opvoeding nemen ze dus samen. Afspraken hierover komen in een ouderschapsplan. Ouders zijn verplicht om een ouderschapsplan te maken als ze uit elkaar gaan.
Geen gezamenlijk gezag
Ouders hebben niet altijd samen het gezag. Ook kan het zijn dat ouders na de scheiding geen gezamenlijk gezag willen of het er niet over eens zijn.
Oneens over afspraken rondom gezag en omgang kind
Afspraken, rechten en plichten rondom het ouderschap komen bij complexe scheidingsprocessen onder druk te staan. Ouders zijn het bijvoorbeeld niet eens over de verdeling van zorgtaken, hoofdverblijfplaats van het kind of de omgangsregeling. Dat zijn allemaal kwesties die onder ‘gezag en omgang’ vallen.
Zie ook
De Raad van de Kinderbescherming heeft een wettelijke adviestaak in kwesties rondom gezag en omgang. We adviseren in belang van het kind. Dus: welke uitkomst dient het belang van het kind het beste?
De rechter vraagt om advies
Een ouder kan een verzoek bij de rechter indienen. Dat verzoek gaat bijvoorbeeld over het gezag, de verdeling van zorg- en opvoedtaken of toestemming voor een vakantie door 1 van de ouders. Als de rechter de Raad voor de Kinderbescherming uitnodigt voor de zitting, gaat 1 van onze zittingsvertegenwoordigers naar de zitting om advies te geven over welke beslissing het belang van het kind het beste dient.
Soms geeft de zittingsvertegenwoordiger al tijdens de zitting advies. De rechter neemt dan tijdens de zitting of kort daarna een beslissing.
Soms is het nodig dat we onderzoek doen voordat we een goed advies kunnen geven. Het komt ook voor dat de rechter de ouders vraagt om via het Uniform Hulpaanbod (UHA) toch tot afspraken te komen. Als dat lukt, is onderzoek niet meer nodig.
Uitgangspunt bij advies over gezag en omgang
Ons uitgangspunt is: een kind heeft recht op het onderhouden van een relatie met ieder van de ouders. Op basis daarvan wijzen we ouders op hun verantwoordelijkheid om zich daarvoor in te zetten. We zoeken met de ouders naar een duurzame regeling waarbij het kind een relatie met beide ouders behoudt.
Voor ieder onderzoek en rapport rondom gezag en omgang geldt: het belang en het perspectief van het kind worden duidelijk beschreven. Ook de afweging van dit belang en de relatie met het juridisch kader staan in het rapport.
Uitbreiding naar beschermingsonderzoek
In de verzoeken van de rechtbank is bijna altijd sprake van een complexe problematiek. Hierin spelen heftige conflicten tussen ouders en huiselijk geweld mogelijk een rol. Er is vaak sprake van onveiligheid en ontwikkelingsbedreiging voor het kind. Als we denken dat het nodig is, breiden we uit naar een beschermingsonderzoek.
De Raad voor de kinderbescherming werkt vanuit het project Een goed begin met het netwerk aan verschillende pilots en projecten.
Uniform Hulpaanbod (UHA)
De rechter stelt een beslissing soms uit als die denkt dat het zinvol is als ouders toch eerst hulp krijgen. Doel is dat ze toch tot gezamenlijke afspraken komen over de zorg voor hun kind. De rechter kan ouders dan verwijzen naar het Uniforme Hulpaanbod (UHA) en legt meestal een voorwaardelijk raadsonderzoek op.
Onder UHA vallen een aantal hulpverleningstrajecten die aansluiten bij de situatie van ouders. De hulp is gratis en ouders kunnen vaak sneller terecht met een verwijzing van de rechter. Wel is het nodig dat ouders er vrijwillig voor kiezen. Als het ouders lukt om tot een beslissing te komen, dan hoeven we geen onderzoek te doen.
Levert de hulp binnen UHA toch onvoldoende op? Dan volgt meestal alsnog onderzoek en advies door de Raad voor de Kinderbescherming. De rechter beslist.
Meer over UHA op rechtspraak.nl
Digiplein voor ouders die uit elkaar gaan
De website uitelkaarmetkinderen.nl is er speciaal voor ouders die gaan scheiden. Het platform biedt informatie om ouders wegwijs te maken in het moeilijke proces dat ze doormaken. Doel is: zo weinig mogelijk schade voor ouders en kinderen na de scheiding.
Aandacht voor beleving kind
Kinderen kunnen ernstig in de knel raken bij complexe scheidingen. Hun stem wordt niet altijd gehoord en soms zitten ze klem door een loyaliteitsconflict. Samen met ketenpartners en betrokken organisaties werken we eraan om schade van kinderen te beperken. Kinderen verdienen het gezien, gehoord en gesteund te worden. Er lopen verschillende projecten die als doel hebben het belang van het kind centraal te stellen.
Handreiking steunfiguur kind
Het is van belang dat een kind steun krijgt als het zich zorgen maakt. Waar kinderen normaal gesproken terecht kunnen bij hun ouders, is dat bij een scheiding niet meer vanzelfsprekend. Vanuit het landelijke programma Scheiden zonder Schade is de handreiking Steunfiguur Kind ontstaan. Deze handreiking biedt gemeenten en hun ketenpartners advies over de steunfiguur. Een steunfiguur is een door het kind gekozen volwassene bij wie het kind zich veilig voelt, bij wie het open kan spreken en die het perspectief van het kind bij de ouders in kan brengen.
Pilot Stem van het kind
Bij de Raad voor de Kinderbescherming loopt de pilot Stem van het kind. Deze pilot is ontstaan vanuit de gedachte beter te luisteren naar wat kinderen nodig hebben bij onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. Belangrijk is bijvoorbeeld dat er meer aandacht wordt besteed aan persoonlijk contact met de raadsonderzoeker.
Tijdens het een onderzoek naar de situatie rondom gezag en omgang, spreekt een gedragsdeskundige/raadsonderzoeker met het kind. Kinderen gaven de feedback dat ze niet altijd het idee hebben dat we er zijn om hen te beschermen. De pilot Stem van het kind is erop gericht de ervaring voor het kind te verbeteren. Dat gebeurt door het kind bewuster mee te nemen in het proces van het raadsonderzoek. Een kind wordt bijvoorbeeld voorafgaand aan het gesprek gebeld door de raadsonderzoeker. En ook achteraf belt de raadsonderzoeker voor als het kind nog vragen heeft. Onderzocht wordt welke invloed deze en andere aanpassingen hebben op hoe een kind het raadsonderzoek beleeft
Zie ook