Een kind zonder toestemming meenemen naar een ander land: dat wordt kinderontvoering genoemd. Het leven van een kind en de ouders verandert hierdoor ingrijpend. Hoe recht te doen aan het kind? De Raad voor de Kinderbescherming adviseert en ondersteunt.
Er is sprake van internationale kinderontvoering (IKO) als een van de ouders een kind meeneemt naar een ander land zonder toestemming van de andere ouder. Het gaat om een situatie waarin beide ouders gezag hebben. Dat betekent dat ze beiden verantwoordelijk zijn voor de opvoeding en zorg voor het kind.
Het kan gaan om een ontvoering vanuit Nederland naar een ander land. Maar ook om ontvoering vanuit een ander land naar Nederland.
De impact van kinderontvoering is erg groot op een kind. Bij de Raad voor de Kinderbescherming staat het belang van het kind altijd voorop. Het uitgangspunt is dat ieder kind recht heeft op contact met zijn ouder(s), tenzij de veiligheid en ontwikkeling van het kind daardoor gevaar loopt. Voor het vinden van een oplossing die recht doet aan het kind, zet de Raad voor de Kinderbescherming bij voorkeur in op samenwerking tussen de ouders.
Advies bij ontvoering van een kind naar het buitenland
Bestaat er dreiging dat een ouder het kind ontvoert naar het buitenland of is het kind al ontvoerd? De Raad voor de Kinderbescherming speelt pas een rol bij internationale kinderontvoering als er een raadsonderzoek loopt. Bijvoorbeeld in het geval van een scheiding waarbij ouders het niet eens zijn over de zorg van het kind. De contactpersoon bij de Raad voor de Kinderbescherming kan adviseren welke stappen de ouder het beste kan zetten, zoals contact opnemen met de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden (Ca).
Zijn er zorgen over het kind in het buitenland? Dan kan de Raad voor de Kinderbescherming een zorgmelding doen bij de Ca. Als een ouder een rechtszaak in Nederland start om het kind terug te halen (een teruggeleidingsprocedure), dan houdt de Raad voor de Kinderbescherming de belangen van het kind in het oog.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft dus niet altijd een taak op het gebied van kinderontvoering. Wanneer een ouder bang is dat zijn of haar kind naar het buitenland wordt ontvoerd, kan hij of zij voor advies en informatie contact opnemen met het Centrum IKO. Kijk voor meer informatie over de aanpak van internationale kinderontvoering op de website van de Rijksoverheid.
Advies en ondersteuning bij ontvoering van een kind naar Nederland
Wat gebeurt er als een kind door een ouder naar Nederland is ontvoerd?
- Meestal doet de andere ouder in het buitenland een ‘verzoek tot teruggeleiding’ bij de Centrale autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden (Ca) in het buitenland. Elk land dat is aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag heeft een Centrale autoriteit. De Ca is bij internationale kinderontvoering de schakel tussen Nederland en het buitenland.
- De Ca zet in op vrijwillige terugkeer van het kind naar de ouder in het buitenland. Ook stelt de Ca mediation voor.
- ls het niet lukt om het kind terug te laten keren naar de ouder in het buitenland, dan kan de ouder een gerechtelijke procedure in Nederland starten. Deze zogenaamde IKO-zaak wordt behandeld door de rechtbank in Den Haag.
- De Raad voor de Kinderbescherming is aanwezig op alle zittingen in een IKO-zaak en adviseert de rechter. De Raad voor de Kinderbescherming onderstreept het belang voor het kind dat ouders samen tot een oplossing komen.
Ondersteuning bij terugkeer
- Besluit de rechter tot een verplichte teruggeleiding (terugkeer) van het kind naar het buitenland? Dan gebeurt dat aan de hand van een samenwerkingsprotocol.
- De Raad voor de Kinderbescherming kan op verzoek van de officier van justitie ervoor zorgen dat de teruggeleiding op een zo kindvriendelijk mogelijke manier gebeurt. De Raad voor de Kinderbescherming let erop dat het afscheid nemen op een rustige manier gebeurt en dat er voldoende tijd is om afscheid te nemen. Is het onwenselijk dat de ouders in dezelfde ruimte zijn? Dan zorgt de Raad voor de Kinderbescherming daar ook voor.
- De Raad voor de Kinderbescherming wordt soms ingeschakeld om ‘begeleide omgang’ (het maken van afspraken over contact) te organiseren tussen het kind in Nederland en de achtergebleven ouder. Dit wordt al afgesproken in het begin van de rechtszaak in Nederland, waarbij ook de achtergebleven ouder aanwezig moet zijn.
- Als de rechter besluit dat een kind in Nederland blijft, dan wordt de Raad voor de Kinderbescherming gevraagd om het kind hierin te begeleiden: de zogenoemde ‘zachte landing’ (soft landing). Deze ‘zachte landing’ is er alleen als een kind vanuit het buitenland weer terugkomt naar Nederland. De Raad voor de Kinderbescherming doet onderzoek naar mogelijke risico’s en maakt eventueel een veiligheidsplan. Ook kan er worden gezorgd voor vrijwillige hulpverlening. Zo werkt de Raad voor de Kinderbescherming zoveel mogelijk aan een veilige en stabiele omgeving voor het kind in Nederland.
- Soms zijn er zorgen over de veiligheid van het kind. Dan kan de Raad voor de Kinderbescherming aan de rechter vragen om een kinderbeschermingsmaatregel.
Van politie, jeugdbeschermers tot gemeenten: de Raad voor de Kinderbescherming geeft ketenpartners advies over hoe bij te dragen aan een veilige terugkeer van een ontvoerd kind.