Kinderen hebben recht op een veilig thuis. Toch zijn naar schatting elk jaar bijna 119.000 kinderen het slachtoffer van kindermishandeling. Het kan gaan om lichamelijk of psychisch geweld, verwaarlozing of seksueel misbruik. Als de thuissituatie onveilig is of vrijwillige hulp niet werkt, kan de overheid ingrijpen.
Let op: Maakt u zich zorgen over een kind? Neem dan altijd contact op Veilig Thuis: 0800-2000. U kunt deze melding ook anoniem maken. De medewerkers van Veilig Thuis weten wat er moet gebeuren. Iedereen kan er terecht, ook met vragen.
Kindermishandeling is niet alleen lichamelijk geweld. Het is elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Ook getuige zijn van huiselijk geweld, (emotionele) verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, medische zorg en onderwijs vallen hieronder.
Definitie van kindermishandeling in de Jeugdwet
De Raad voor de Kinderbescherming gebruikt de definitie van kindermishandeling zoals deze in de Jeugdwet staat:
'Elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.'
Vormen van kindermishandeling
Er zijn verschillende vormen van kindermishandeling:
- Lichamelijke mishandeling: alle vormen van lichamelijk geweld, zoals slaan, schoppen, knijpen, enz.
- Lichamelijke verwaarlozing of onthouding van (medische) zorg: het kind krijgt niet de zorg en verzorging die het nodig heeft.
- Emotionele of geestelijke mishandeling: een volwassen persoon scheldt het kind regelmatig uit, reageert afwijzend en is vijandig tegen het kind of maakt het kind opzettelijk bang. Hieronder valt ook de situatie waarbij een kind getuige is van geweld tussen ouders of verzorgers.
- Emotionele of geestelijke verwaarlozing: doorlopend tekort aan positieve aandacht voor het kind. Negeren van de behoefte van het kind aan liefde, aandacht, warmte en geborgenheid.
- Seksueel misbruik: alle seksuele aanrakingen of handelingen die een volwassene een kind opdringt. Dit varieert van begluurd worden of moeten toekijken bij seksuele handelingen van de volwassene, tot betasting en verkrachting.
- Ook vrouwelijke genitale verminking (meisjesbesnijdenis) is een vorm van kindermishandeling. Het is een ingreep aan de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen zonder medische noodzaak. Deze ingreep brengt ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee, zowel lichamelijk als geestelijk.
Er zijn omstandigheden die de kans vergroten dat kindermishandeling voorkomt binnen een gezin. Vaak speelt een combinatie van factoren een rol, blijkt uit onderzoeken. Een aantal risicofactoren:
- Ouders die problemen hebben met de zorg en opvoeding van hun kind en het kind verwaarlozen of mishandelen hebben vaak zelf problemen. Bijvoorbeeld psychische of psychiatrische problemen of verslavingsproblematiek.
- Problemen in de leefomstandigheden. Dit kan gaan om relatieproblemen of om criminaliteit. Ook kunnen er problemen op het gebied van bestaansrecht spelen, bijvoorbeeld hoge schulden of geen woning, die voor veel stress zorgen.
- Een verleden van mishandeling. Ouders die zelf als kind mishandeld zijn of in hun jeugd andere negatieve ervaringen in het gezin hebben meegemaakt, hebben een groter risico om hun eigen kind te mishandelen.
Beschermende factoren
Niet bij alle gezinnen waar veel risicofactoren aanwezig zijn, komt kindermishandeling of verwaarlozing voor. Beschermende factoren geven tegenwicht aan risico’s waaraan kinderen en jongeren worden blootgesteld. Zo helpt het als ouders steun hebben aan elkaar, binding hebben met een gemeenschap en bereid zijn hulp te accepteren.
Bekijk meer risicofactoren en beschermende factoren op de website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).
Zijn de zorgen om een kind groot en helpt vrijwillige hulp aan het gezin niet om de situatie te verbeteren? Een medewerker van de gemeente of Veilig Thuis neemt contact op met de Raad voor de Kinderbescherming omdat hij of zij zich zorgen maakt over een kind. De Raad voor de Kinderbescherming wordt gevraagd te onderzoeken of het nodig is om ouders te verplichten hulp te accepteren.
Na onderzoek kan de Raad voor de Kinderbescherming vaststellen dat ouders weigeren mee te werken aan hulpverlening En of er hulp nodig is om het kind veilig te laten opgroeien. In dat geval vraagt de Raad voor de Kinderbescherming aan de rechter een maatregel van kinderbescherming op te leggen.
Lees meer over de vrijwillige of verplichte hulp op de informatiepagina voor ouders.
Maatregel van kinderbescherming
De meest voorkomende maatregel van kinderbescherming is een ondertoezichtstelling (OTS). Dat is een vorm van gedwongen hulp. De rechter kan deze maatregel steeds voor maximaal een jaar kan opleggen.
Bij een OTS kijgen ouders een gezinsvoogd (ook wel jeugdbeschermer genoemd) van een gecertificeerde instelling. Zij moeten de aanwijzingen van de gezinsvoogd opvolgen voor het verbeteren van de opvoedsituatie van het kind.
De Raad voor de Kinderbescherming beschrijft de doelen waaraan in het gezin gewerkt moet worden. Meestal lukt dit. Als dat niet lukt, dan vraagt de jeugdbeschermer of Raad voor de Kinderbescherming toestemming aan de rechter om een kind uit huis te plaatsen.
Ook kan het gebeuren dat ouders niet (meer) voor hun kind kunnen zorgen. Dan wordt onderzocht of het gezag van ouders beëindigd moet worden door een gezagsbeëindigende maatregel. Ook dit verzoek wordt na onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming aan de rechter voorgelegd. De rechter beslist.
Lees meer over ondertoezichtstelling
De Raad voor de Kinderbescherming werkt nauw samen met ketenpartners bij de aanpak van kindermishandeling. Dat zijn onder andere gemeenten, die sinds de Jeugdwet verantwoordelijk zijn voor de jeugdzorg, en Veilig Thuis. Daarbij werkt de Raad voor de Kinderbescherming nauw samen met de andere justitiepartners: de politie, het OM en de Reclassering. Deze samenwerking bij huiselijk geweld en kindermishandeling heet aanpak ‘Veiligheid Voorop’.
Hulp voor gezinnen in de Jeugdbeschermingsketen
De Raad voor de Kinderbescherming maakt samen de gecertificeerde instellingen en de rechter deel uit van de jeugdbeschermingsketen. Deze keten is onderdeel van het bredere stelsel van jeugdhulp. Daar vallen ook andere voorzieningen onder, zoals lokale wijkteams en instellingen voor jeugdhulp en gespecialiseerde zorg, zoals bijvoorbeeld Jeugd GGZ.
Hebben ouders en/of kinderen hulp nodig? Dan kunnen ze in eerste instantie terecht bij de gemeente. Daar zitten lokale teams die samen met de ouders en het kind kijken wat nodig is. Zij zetten zo specifieke hulp in.
Als de thuissituatie onveilig is of als vrijwillige hulp niet werkt en er grote zorgen zijn over de veiligheid van een kind, moeten professionals in de jeugdhulp zich houden aan de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Aan Veilig Thuis kunnen zij advies vragen. Ook kan daar een melding worden gedaan. Veilig Thuis onderzoekt of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling, verwijst door of zet hulp in. Accepteren ouders deze hulp niet? Dan kan Veilig Thuis of de gemeente kan aan de Raad voor de Kinderbescherming vragen te onderzoeken of gedwongen hulpverlening voor het gezin nodig is.
De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van minderjarigen die in hun ontwikkeling worden bedreigd. Elk kind heeft recht op een veilig thuis. Elk kind heeft ook het recht om veilig op te groeien. Als de thuissituatie onveilig is of als de hulp voor een gezin ontoereikend is, is extra hulp nodig. De Raad voor de Kinderbescherming zorgt ervoor dat dit op een zorgvuldige en transparante manier gebeurt. De Raad voor de Kinderbescherming onderzoekt welke wettelijke adviezen of maatregelen een kwetsbaar kind verder helpen. En of meer onderzoek nodig is om hierin het beste advies te kunnen geven.