Wanda

Jaarlijks krijgen duizenden jongeren uit heel Nederland een taakstraf. Ze moeten zich dan een bepaald aantal uren inzetten voor de maatschappij. Zo’n taak kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Maar één ding is altijd cruciaal: goede begeleiding. Daarom koppelt de Raad voor de kinderbescherming gestrafte jongeren aan taakstrafbegeleiders. Bijvoorbeeld in de restaurants van de stichting Resto VanHarte. ‘Vaak is het ook nog eens heel gezellig met ze.’

‘Hier schudden ze hun stigma van zich af’

Bijna elke buurt kent ze wel: bewoners die moeilijk in contact komen met anderen. Resto VanHarte wil hen uit hun sociale isolement halen – of voorkomen dat ze erin vallen. Hoe? Door ze tegen een lage prijs een gezamenlijke driegangenmaaltijd aan te bieden. ‘Daarvoor komen ze naar één van onze restaurants en schuiven ze biJ elkaar aan tafel.’ Aan het woord is Wanda Nieste, naast manager en kok ook taakstrafbegeleider bij het Resto VanHarte-restaurant in Alkmaar.

‘Het begeleiden van jongeren met een taakstraf is heel gaaf om te doen.’

Gedekte tafel

‘Wij willen als restaurant waarde toevoegen aan de maatschappij’, zegt Wanda. ‘Dat doen we niet alleen met onze focus op kwetsbare buurtbewoners, maar ook met de samenstelling van het team.’ Naast vrijwilligers bestaat dat team namelijk uit mensen met een taakstraf. Wanda begeleidt die ‘taakgestraften’ al tien jaar – even lang als ze bij het restaurant werkt.

Tot voor kort ging het alleen om volwassenen, maar inmiddels wordt ze ook gevraagd om jongeren te begeleiden. ‘Dat is heel gaaf om te doen en het gaat heel goed’. De jongeren werken mee in het restaurant, dekken tafels, serveren en helpen bij het afwassen en opruimen. De jongeren met een taakstraf krijgen bij Resto VanHarte de kans op een nieuwe start, vertelt Wanda. ‘Niemand hoeft te weten dat ze een straf hebben. In hun eigen omgeving hebben ze vaak een stigma. Ze staan daar bekend als boefjes en gedragen ze zich daarnaar. Hier zijn ze nieuw. Als ze met een schone lei beginnen en zien dat mensen hen waarderen om wie ze zijn, beseffen ze dat ze zichzelf ook kunnen
waarderen.’

Positief zelfbeeld

De jongeren stellen zich vaak eerst wat gesloten op, zoeken hun plek in de groep. Maar de meesten voelen zich al snel veilig. ‘Dan worden ze losser en wordt het vaak heel gezellig. Bovendien worden ze niet alleen opener, maar nemen ze ook steeds meer initiatief. Laatst was er iemand die voorstelde om zijn persoonlijke specialiteit te maken. Die hebben we die dag de leiding gegeven en hij heeft een heerlijke tajine op tafel gezet.’ Door dat soort ervaringen gaan jongeren vaak heel anders weg dan hoe ze bij Resto VanHarte binnenkwamen. ‘Met een positiever zelfbeeld. De neiging om van het juiste pad af te dwalen is dan weg of in elk geval een stuk kleiner.’

Wanda raadt andere organisaties van harte aan om óók jongeren te begeleiden. ‘Zeker als je een passie hebt om iets voor een ander te betekenen. Het is heel leuk om met de jeugd te werken. Je kunt ze echt helpen opvoeden, een duwtje de goede kant opgeven.’ De jongeren hebben een fout begaan en daarvoor straf gekregen, zegt ze. ‘Het is aan ons, volwassenen in deze maatschappij, om hun te laten zien dat het anders kan – en hoe. Dat vind ik ook onze verantwoordelijkheid.  Misschien hebben we er even onze handen vol aan, maar we moeten proberen ze weer op het goede spoor te zetten. En we kúnnen dat ook.’

Toegevoegde waarde

Een taakstraf werkt het best als de werkplek en begeleider bij een jongere passen. Daarom kijkt de coördinator taakstraffen van de Raad voor de Kinderbescherming zorgvuldig welke jongeren hij waar plaatst. ‘Bij ons werpt die zorgvuldigheid zeker vruchten af’, zegt Wanda. ‘Sommige jongeren zijn bijvoorbeeld een opleiding tot  keukenmedewerker gaan doen nadat ze hier hun straf hadden voltooid. Geweldig toch? Dit soort resultaten toont de toegevoegde waarde van een taakstraf; voor de jongeren zelf, voor de maatschappij én voor mij als begeleider. Want ik geniet echt van zulke successen.’

begeleider wanda

‘Misschien hebben we er even onze handen vol aan, maar we moeten proberen ze weer op het goede spoor te zetten.’