5. Naar de rechtbank

De kinderrechter bepaalt wie er worden opgeroepen om bij de zitting te zijn. U en de andere ouder/verzorger (met gezag) ontvangen in elk geval een uitnodiging.

De zittingsvertegenwoordiger

Ook komt er een zittingsvertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming naar de zitting. Dat is vaak iemand anders dan de raadsonderzoeker en waarschijnlijk een nieuw gezicht voor u. De zittingsvertegenwoordiger heeft het raadsonderzoek bestudeerd. Diegene is dus goed op de hoogte van het rapport en geeft tijdens de zitting toelichting op het verzoek om een kinderbeschermingsmaatregel.

Anderen die naar de zitting komen

Bekijk op rechtspraak.nl wie er precies bij de zitting mogen zijn en in welke situaties een uitzondering geldt. 

Is uw kind 12 jaar of ouder? Dan praat de kinderrechter nog voor de zitting apart met uw kind. Daarvoor ontvangt uw kind zelf een uitnodiging van de rechtbank. Meestal is het gesprek op dezelfde dag als de zitting. Een kindgesprek gaat over de thuissituatie, hoe het met uw kind gaat en wat uw kind belangrijk vindt. De kinderrechter kan daar dan rekening mee houden. Het kindgesprek is vertrouwelijk. 

Is uw kind jonger dan 12? Ook dan kan de rechter uw kind ook uitnodigen voor een gesprek. De rechtbank maakt zelf een inschatting en die kan ook per regio verschillen.  

Lees meer over het kindgesprek op rechtspraak.nl

Tijdens de zitting vraagt de kinderrechter uw mening over de situatie en wat er nodig is voor uw kind. Wat vindt u ervan als er een kinderbeschermingsmaatregel als een ondertoezichtstelling (OTS) komt voor uw kind? Of dat uw kind misschien tijdelijk ergens anders gaat wonen?

Het rapport van de raadsonderzoeker is belangrijk voor de kinderrechter. Daarnaast kan de kinderrechter tijdens de zitting ook andere informatie betrekken. Bijvoorbeeld documenten die u zelf naar de rechtbank heeft gestuurd. De kinderrechter beslist uiteindelijk of verplichte hulp met behulp van een kinderbeschermingsmaatregel nodig is of niet. En of uw kind thuis kan blijven wonen. 
 

U kunt zelf een advocaat inschakelen voor advies of om tijdens de zitting verweer te voeren namens u.  

Ook kunt u zelf aan de kinderrechter laten weten dat u het niet eens bent een verzoek om een OTS. Dat kan op 2 manieren: 

1. U kunt al voor de zitting een brief of beveiligde e-mail aan de rechter sturen waarin u schrijft waarom u het niet eens bent met het verzoek om een OTS. Bekijk op rechtspraak.nl waaraan deze brief of e-mail moet voldoen. 
    
2. Tijdens de zitting kunt u de kinderrechter vertellen waarom u het niet eens bent met het verzoek om een OTS. U kunt dan ook vertellen welke andere opties u ziet om de situatie te verbeteren. 

De kinderrechter zal uw mening meenemen in het oordeel. 

Bent u het niet eens met de beslissing van de kinderrechter? Dan kunt u na de uitspraak, binnen 3 maanden, in hoger beroep gaan. U heeft hiervoor een advocaat nodig. 

Lees meer over wat u kunt doen op rechtspraak.nl of neem met vragen over uw rechten contact op met Het Juridisch Loket.