Advies rechter of onderzoek bij complexe scheiding
Ouders worden het meestal samen eens hoe ze na de scheiding voor hun kinderen gaan zorgen. Ouders zijn verplicht een ouderschapsplan op te stellen. Hierin staan alle afspraken over de zorg en opvoeding, alimentatie en het delen van informatie. Ouders moeten hierin ook aangeven hoe zij de kinderen bij deze afspraken en eventuele veranderingen betrekken.
Soms ontstaat er een conflict, bijvoorbeeld over de verdeling van de zorg of de omgang. Voor kinderen is het schadelijk als ouders veel ruzie maken. Als ouders er samen en met hulp niet uitkomen, dan kunnen zij via een advocaat de rechter verzoeken om een beslissing. Dit kan bij een scheiding, maar ook als ouders niet getrouwd zijn geweest. De rechter kan een advies vragen aan de Raad voor de Kinderbescherming.
Ouders moeten bij een scheiding samen afspraken maken over wie wanneer voor de kinderen zorgt. Als zij er samen niet uitkomen, kunnen zij hulp vragen. Bijvoorbeeld aan een bemiddelaar (een mediator). Ook steeds meer gemeenten bieden ondersteuning en hulp aan via het wijkteam of Centrum voor Jeugd en Gezin.
Als ouders het toch niet eens worden, kunnen zij via een advocaat aan de rechter vragen om een beslissing te nemen. De rechter kan de ouders alsnog naar een mediator of hulpverlener verwijzen of een bijzondere curator aanstellen. De rechter kan altijd de Raad voor de Kinderbescherming vragen om een advies over wat de beste regeling is voor de kinderen. Dit doet de Raad voor de Kinderbescherming op zitting of na gesprekken met ouders en kinderen.
In elke regio is er het zogenoemde uniform hulpaanbod (UHA) waar de rechter ouders naartoe kan verwijzen. Op verzoek van de rechter zorgt de gemeente voor de meest passende zorg voor het gezin. De rechter gebruikt de uitkomst van de hulp voor de beslissing die hij moet nemen. Mocht de hulp niet slagen, dan vraagt de rechter hierbij aan de RvdK om advies.
De raadsonderzoeker licht het advies over de te nemen beslissing toe in een rapport; dit rapport gaat naar de rechter.
Als er veel zorgen zijn om het kind, dan kan de raadsonderzoeker ook bezien of er hulp met een maatregel van kinderbescherming noodzakelijk is.
De ouders en hun advocaten krijgen van de rechtbank een uitnodiging voor een rechtszitting. De rechter is verplicht kinderen vanaf 12 jaar om hun mening te vragen en stuurt hen een aparte uitnodiging. Kinderen jonger dan 12 jaar mag hij om hun mening vragen, maar het hoeft niet. Het gesprek is altijd zonder ouders. Een kind mag iemand meenemen bij dit gesprek (iemand anders dan de ouders).
De rechter kent het verhaal van ouders en kind en leest het rapport met het advies van de Raad voor de Kinderbescherming.
De rechter neemt na de rechtszitting een besluit, bijvoorbeeld over de verdeling van de zorg en waar het kind woont. In de regel houden beide ouders het gezag over het kind. Soms beslist de rechter wat anders. U leest hierover in Regels van de wet bij een scheiding.