Hoe verloopt een onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming?
De Raad voor de Kinderbescherming doet verschillende onderzoeken in het belang van het kind. Wij voeren deze onderzoeken zoveel mogelijk op dezelfde manier uit, maar raadsonderzoekers bepalen zelf hoe het onderzoek precies wordt uitgevoerd. We hebben voor de onderzoeken regels opgesteld, die in het Kwaliteitskader staan. Afhankelijk van de situatie van kind en ouders kan het onderzoek anders verlopen. Hoe anders, dat leest u bij elk onderwerp.
Voor het onderzoek maakt de raadsonderzoeker een onderzoeksplan. Hierin staat wat de zorgen zijn en met wie hij gaat praten. Het is de bedoeling dat hij een compleet beeld krijgt van de situatie van het kind.
De raadsonderzoeker spreekt met de ouders en met het kind, en met mensen die het kind of gezin goed kennen. Als de raadsonderzoeker niet met het kind kan spreken, zal hij het kind in ieder geval zien.
De gesprekken kunnen op het kantoor van de Raad voor de Kinderbescherming zijn of bij het gezin thuis. De raadsonderzoeker overlegt, indien nodig, ook met de gedragsdeskundige en de juridisch deskundige, voordat hij het rapport schrijft.
In het rapport schrijft de raadsonderzoeker op wat de situatie van het gezin is, hoe het onderzoek is gegaan en wat hij heeft gehoord en gezien. Hij geeft in het rapport een advies waarbij hij kijkt naar wat het beste is voor het kind. Dit rapport bepreekt hij met de ouders en met het kind, als het kind 16 jaar of ouder is. Bij kinderen van 12 tot 16 jaar wordt het advies toegelicht aan het kind.
Afhankelijk van om welk onderzoek het gaat, zijn verschillende soorten acties mogelijk. Als een kind bijvoorbeeld iets heeft gedaan wat van de wet niet mag, dan staat in het advies welke straf het beste past. Als het gaat om problemen thuis, dan kan de raadsonderzoeker een verzoek bij de rechter indienen voor een maatregel van kinderbescherming. Als het gaat om een scheiding, dan kan bijvoorbeeld in het advies staan bij wie de kinderen het beste kunnen wonen of hoe de omgang eruit zou kunnen zien.
Als het rapport helemaal klaar is, dan stuurt de raadsonderzoeker het naar de ouders en soms ook naar het kind. Afhankelijk van het soort onderzoek stuurt hij het rapport ook naar de rechter, de officier van justitie of het ministerie van Veiligheid en Justitie. Naar wie precies, dat leest u bij elk onderwerp.