‘Mijn werk gaat eigenlijk over opvoeden.’
Gaat een jongere over de schreef, dan volgt vaak een taakstraf. Edwin, coördinator taakstraffen bij de Raad voor de Kinderbescherming, koppelt hem of haar aan een werkproject dat het beste past.
- Voornaam: Edwin
- Functie: Coördinator taakstraffen
- Werklocatie: Den Haag
Hoe ben je bij de Raad voor de Kinderbescherming terecht gekomen?
'Ik begon als activiteitenbegeleider bij het Leger des Heils. Daarna werkte ik als gedragstrainer bij Opboksûh in Den Haag en werd ik gedetacheerd als coördinator taakstraffen bij de volwassenreclassering. Ik merkte al snel de grenzen van die rol. Moest er iemand geholpen worden aan een werkstraf, dan keek je naar waar plek was. Niet naar wat diegene nódig had. Dat stond me tegen, omdat ik vind dat een werkstraf bij moet dragen aan re-integratie. Toen ik een vacature van coördinator taakstraffen bij de Raad voor de Kinderbescherming zag, besloot ik te solliciteren.’
In plaats van alleen vraag en aanbod te koppelen, draait het bij de Raad voor de Kinderbescherming vooral om de pedagogische meerwaarde van de werkstraf.
Wat trok je aan in het werk als coördinator taakstraffen bij de Raad voor de Kinderbescherming?
‘In plaats van alleen vraag en aanbod te koppelen, draait het bij de Raad voor de Kinderbescherming vooral om de pedagogische meerwaarde van de werkstraf. We noemen dat matchen. Door de jongere te koppelen aan een werkplek, zoek je tegelijkertijd ook iemand die het kind het beste kan begeleiden in zijn ontwikkeling. Of dat gelukt is, ontdek je tijdens de uitvoering van de werkstraf en het eindgesprek met de jongere en ouder(s). Als ik tussendoor niet heb hoeven ingrijpen, zit het meestal wel goed. Als coördinator taakstraffen heb je invloed op het voorkomen dat de jongere opnieuw de fout ingaat. Het matchen speelt daarbij een grote rol. De begeleiders op de werkvloer kunnen namelijk een band opbouwen met de jongere en op die manier een positieve invloed uitoefenen.’
Wat geeft jou de meeste voldoening in je werk?
'Mijn werk gaat eigenlijk over opvoeden. Dat vind ik het mooiste wat er is. Door het leveren van maatwerk heeft een werkstraf een pedagogische meerwaarde voor de jongere. Een tijd geleden begeleidde ik een meisje dat veroordeeld was voor het stelen van make-up. Ze had nog nooit gewerkt en sliep het liefst de hele dag. Ik koppelde haar aan een werkstraf in een winkel. Tijdens het eindgesprek vroeg ik haar hoe ze de werkstraf had ervaren. Ze was enthousiast en had gesolliciteerd op een bijbaan in een fastfoodrestaurant. Daar heeft ze zeker 2 jaar gewerkt. Hoe mooi is het dat dit meisje door die werkstraf heeft leren werken voor haar geld?'