Raadsonderzoeker Edwina: 'Er is meer oog voor de waarde van verschillende culturen.'

Vastomlijnde ideeën over hoe een gezin idealiter moet functioneren? Dat is steeds minder het uitgangspunt, merkt Edwina, raadsonderzoeker bij de Raad voor de Kinderbescherming. ‘Er is meer aandacht voor diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. ‘Anders’ is niet per se minder.’

Raadsonderzoeker
  • Voornaam: Edwina
  • Functie: Raadsonderzoeker
  • Werklocatie: Amsterdam
  • Werkt bij de RvdK sinds: 1998

Waarom heb je gekozen voor een baan bij de Raad voor de Kinderbescherming?

‘Ik leerde het werk van de Raad voor de Kinderbescherming kennen toen ik werkte voor een wijkcentrum in Amsterdam. Daarna ging ik in de verslavingszorg aan de slag. Het bracht mij veel kennis op, maar dit werk wilde ik niet voor langere tijd doen. Toen een vacature voor de functie van raadsonderzoeker voorbij kwam, solliciteerde ik. In het wijkcentrum was het werken met kinderen één van mijn taken. Voor mij was dat niet genoeg om echt iets betekenisvols voor hen te doen. Door voor hun rechten op te komen, kon ik dit wel.’

Hoe is de Raad voor de Kinderbescherming als werkgever?

‘In de afgelopen tien jaar is de organisatie steeds meer gaan meebewegen met maatschappelijke ontwikkelingen. Ik ben bijvoorbeeld een van de pioniers van het thuiswerken, het hybride werken. Ook verrichten we binnen de organisatie meer kwalitatief goed werk. In plaats van zoveel mogelijk dossiers te verwerken, kijken we nu hoe we gezinnen écht vooruit kunnen helpen. Daarnaast is er meer aandacht voor diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. Ik zit hiervoor in een klankbordgroep.’

Maak eerst meters in de hulpverlening voordat je hier solliciteert. Zo doe je waardevolle ervaringen op die je in dit werk helpen om kinderen echt te steunen.

Werpt dat vruchten af?

‘Toen ik begon waren er binnen de organisatie vastomlijnde ideeën over hoe een gezin idealiter moest functioneren. Nu is er meer aandacht voor verschillende culturele referentiekaders. ‘Anders opvoeden’ is niet per se minder. Maar we zijn er nog niet. Ik denk dat het tijd kost voor nieuwe zienswijzen om écht te wortelen in de organisatie.’

Raadsonderzoeker

Hoe ben jij in je werk gegroeid?

‘Ik doe graag gezag- en omgangszaken. Naast mijn werk als raadsonderzoeker heb ik een opleiding tot mediator gevolgd, waardoor ik inmiddels goed weet hoe strijdende partijen dichter bij elkaar te brengen. Collega’s weten me te vinden bij complexe echtscheidingszaken. Maar dit werk blijft pittig. Maak je borst maar nat als ruziënde ouders bijvoorbeeld allebei advocaat zijn.’

Adviseer je anderen om bij de Raad voor de Kinderbescherming te gaan werken?

‘Zeker! Maar ik vind ook: maak eerst meters in de hulpverlening voordat je hier solliciteert. Zo doe je  waardevolle ervaringen op die je in dit werk helpen om kinderen echt te steunen. Kinderen die sowieso al kwetsbaar zijn.’